
Saturnus 
Saturnus is de zesde planeet vanaf de zon en de tweede grootste:
omloopbaan: 1.429.400.000 km (9,54 AE) van de Zon diameter: 120.536 km (equatoriaal) massa: 5,68e26 kg
In de Romeinse mythologie was Saturnus de god van de landbouw. De overeenkomstige Griekse god, Cronus, was de zoon van Uranus en Gaia en de vader van Zeus (Jupiter). Het woord "zaterdag" is afgeleid van Saturnus.
Saturnus is duidelijk zichtbaar met het blote oog en is dan ook reeds gekend sedert de oudheid. Galileo was in 1610 de eerste die Saturnus observeerde door een telescoop. Galileo merkte de eigenaardige verschijnsels rond Saturnus op maar raakte er door in verwarring : de oorzaken waren de beperkte waarnemingsmogelijkheden van destijds en de drastische wijzigingen van de beelden van de ringen van Saturnus tijdens de omloop rond de zon. Het was Christiaan Huygens die in 1695 een correcte interpretatie gaf van het verschijnsel rond Saturnus dat wij nu kennen als de ringen. Lange tijd dacht met dat Saturnus het enige hemellichamen met ringen was. In 1977 werden een paar dunne ringen rond Uranus ontdekt en een paar jaar later ontdekte men er ook rond Jupiter en Neptunus.
Saturnus werd voor de eerste keer bezocht door Pioneer 11 in 1979 en later volgden ook nog Voyager 1 en Voyager 2.
Reeds door een kleine telescoop ziet men Saturnus als een afgevlakte schijf. Door zijn snelle rotatie en zijn gasvormige toestand is Saturnus enigszins (10%) afgevlakt.
Saturnus is de planeet met het laagste soortelijk gewicht ; de planeet weegt zelfs lichter dan water (Saturnus zou blijven drijven op onze oceanen).
Zoals Jupiter, bestaat Saturnus uit ongeveer 75% waterstof en 25% helium met sporen van water, methaan, ammoniak en "gesteenten", net zoals de samenstelling van de primaire Zonnenevel waaruit ons zonnestelsel is gevormd.
Saturnus binnenzijde is vergelijkbaar met die van Jupiter : een ijzeren kern en vloeibaar metallisch waterstof. Er zijn ook sporen van verschillende soorten ijs.
Saturnus binnenste is heel heet (12000 C in de kern) en Saturnus geeft meer straling af aan de ruimte dan het ontvangt van de zon. Het grootste gedeelte van de energie wordt net zoals bij Jupiter gegenereed door het Kelvin-Helmholtz mechanisme. Maar dit mechanisme is onvoldoende voor de volledige warmte die de planeet uitstraalt. Een andere bron zou de helium kunnen zijn diep in het binnenste van Saturnus.
De bandenstructuur die zo nadrukkelijk aanwezig is bij Jupiter
is heel wat minder duidelijk bij
Saturnus. Van op aarde zijn er geen details zichtbaar in de wolkentoppen het was dus wachten op de Voyager passages om de bewegingen in Saturnus atmosfeer te bestuderen. Saturnus heeft net zoals
Jupiter ovale vlekken in de atmosfeer (rode vlek rechts). In 1990, werd door HST, een enorme grote witte wolk waargenomen in de buurt van de evenaar die niet zichtbaar was tijdens de Voyager
passages. In 1994 werd een andere, kleinere storm waargenomen (links).
Twee grote ringen (A en B) en één minder heldere ring (C) zijn zichtbaar van op aarde. Het gat tussen de A en B ringen is gekend als de Cassini scheiding; de heel wat dunnere scheiding in de A ring is gekend als de Enckescheiding. De Voyager bracht vier bijkomende (dunne) ringen in kaart. In tegenstelling tot de andere planeten zijn de ringen van Saturnus erg helder (albedo 0,2 - 0,6).
Van op aarde lijken de ringen op één groot massief lichaam, nochtans bestaan ze uit duizenden deeltjes met een grootte variërend van één centimeter tot een paar meter.
De ringen van Saturnus zijn extreem dun : alhoewel hun diameter meer dan 250.000 km is zijn ze slechts 200 meter dik. Ondanks hun indrukwekkende verschijning, bestaan de ringen uit weinig materiaal : mochten ze samen gebracht worden tot één l lichaam, zou dit slechts een breedte zijn van 100 km.
De deeltjes waaruit de ringen bestaan zijn voornamelijk samengesteld uit waterijs, maar er zijn ook kleine stofdeeltjes aanwezig.
De Voyager bevestigde het bestaan van donkere spaken in de ringen. Dat de ringen niet concentrisch zijn en dat er tussen de ringen donker spaken zijn werd voor het eerst gerapporteerd door
amateurastronomen (links). Hun oorsprong is voorlopig nog een mysterie, maar het magnetisch veld van de planeet heeft er waarschijnlijk wel iets mee te maken.
De buitenste ring (F-ring) heeft een complexe structuur bestaande uit twee smalle heldere ringen met verdichtingen (rechts). Wetenschappers denken dat de verdichtingen 'klompen van materiaal'
zijn of mini-maantjes.
Er zijn complexe getijde resonanties werkzaam tussen sommige manen van Saturnus en het ringensysteem. Sommige manen, de zogenoemde "schaapherdermanen" (zoals Atlas, Prometheus en Pandora) houden de ringen op hun plaats. Mimas lijkt verantwoordelijk te zijn voor de afwezigheid van materiaal in de Cassini scheiding, het zelfde verschijnsel als bij de Kirkwood leemten in de asteroïden gordel ; Pan bevindt zich binnen de Encke scheiding. Het hele systeem is erg complex en nog niet helemaal begrepen.
De oorsprong van de ringen is niet gekend. Men sluit niet uit dat de ringen reeds aanwezig zijn van bij de vorming van de planeet. De ringen zijn niet stabiel : er is dus een mechanisme aan de
gang dat de ringen opnieuw gegenereerd ( misschien wel het uiteenvallen van grotere satellieten ).
Net zoals de andere joviaanse planeten heeft Saturnus een belangrijk magnetisch veld.
's Nachts is Saturnus goed te zien met het blote oog. Alhoewel Saturnus heel wat minder helder is dan Jupiter, kan men de planeet gemakkelijk van de sterren onderscheiden omdat ze niet "fonkelt". De ringen en de grootste satellieten zijn reeds zichtbaar met een kleine telescoop.
Satellieten van Saturnus
Saturnus heeft 18 satellieten, het grootste aantal van alle planeten. En er zijn waarschijnlijk nog heel wat kleinere die nog niet ontdekt zijn.- Met uitzondering van Phoebe en Hyperion draaien de satellieten synchroon rond hun as.
- Door hun onderlinge aantrekingskracht hebben de omloopperiode van de respectievelijke drie paren Mimas-Tethys, Enceladus-Dione en Titan-Hyperion een vaste verhouding t.o.v elkaar. De periode van de omloop van Mimas is juist de helft van die van Tethys, zij bevinden zich dus in een 1:2 resonantie; Enceladus-Dione hebben eveneens een 1:2 resonatie ; Titan-Hyperion verhouden zich in een 3:4 resonantie.
- Naast de 18 gekende satellieten, zijn er minstens een dozijn andere maantjes gerapporteerd, zij hebben voorlopige gegevens gekregen.
Afstand Straal Massa Satelliet (000 km) (km) (kg) Ontdekker Datum --------- -------- ------ ------- ---------- ----- Pan 134 10 ? Showalter 1990 Atlas 138 14 ? Terrile 1980 Prometheus 139 46 2,70e17 Collins 1980 Pandora 142 46 2,20e17 Collins 1980 Epimetheus 151 57 5,60e17 Walker 1980 Janus 151 89 2,01e18 Dollfus 1966 Mimas 186 196 3,80e19 Herschel 1789 Enceladus 238 260 8,40e19 Herschel 1789 Tethys 295 530 7,55e20 Cassini 1684 Telesto 295 15 ? Reitsema 1980 Calypso 295 13 ? Pascu 1980 Dione 377 560 1,05e21 Cassini 1684 Helene 377 16 ? Laques 1980 Rhea 527 765 2,49e21 Cassini 1672 Titan 1222 2575 1,35e23 Huygens 1655 Hyperion 1481 143 1,77e19 Bond 1848 Iapetus 3561 730 1,88e21 Cassini 1671 Phoebe 12952 110 4,00e18 Pickering 1898
Saturnus Ringen
Afstand Breedte Massa(afstand van het middelpunt van Saturnus tot de binnenzijde van de ringen) Er dient bij opgemerkt dat de dichtheid van de deeltjes in de ringen nogal variabel is; de scheidingen zijn niet volledig leeg ; en de ringen zijn niet perfect cirkelvormig.Ring (km) (km) (kg) ---- -------- ----- ------ D 67000 7500 ? C 74500 17500 1,1e18 B 92000 25500 2,8e19 Cassini scheiding A 122200 14600 6,2e18 F 140210 500 ? G 165800 8000 1e7? E 180000 300000 ?